De Baarsemwaard is gelegen langs de Lek in de gemeente Culemborg, tussen Werk aan het Spoel en de spoorbrug Culemborg.
Werk aan 't Spoel maakt deel uit van de Hollandse Waterlinie. Het vormt de scheiding tussen de Goilberdingerwaard en de oostelijker gelegen Baarsemwaard.
Ongeveer gelijktijdig met de Steenwaard is hier een natuurontwikkelingsproject uitgevoerd.
Een aantal oude strangen is opnieuw uitgegraven.
Door de zomerdijkverlaging kan er meer water worden geborgen.
In tegenstelling tot de verwachting loopt het gebied zelden onder water.
Het gebied is vrij toegankelijk en er lopen verschillende paden.
Het gebied wordt begraasd door koeien. Er is er in het gebied veel te zien.
Door het vele riet en struweel zijn kneu, blauwborst, rietzanger, rietgors en kleine karekiet hier jaarlijks te vinden.
Ook de waterral laat zijn gekrijs ieder jaar wel horen.
De steltlopers als tureluur, kluut en grutto zijn na de pionierfase als broedvogel hier verdwenen.
Alleen in de lagune, bij het dijkmonument, kunnen ze in het broedseizoen foeragerend worden gezien.
In het westelijk deel zijn in het voorjaar in natte jaren rugstreeppadden te horen.
Van de natuurontwikkeling profiteerden pionierlibellen, zoals de tengere grasjuffer en zwervende heidelibel.
Bij het begroeid raken van water en oevers zijn deze soorten verdwenen. Hun plaats wordt ingenomen door vele andere soorten waaronder vroege glazenmaker, lantaarntje en variabele waterjuffer.
Langs Lekoever wordt de rivierrombout soms gezien.
De zomerkade en de spoordijk zijn goede plekken voor insecten: met onder andere zwartsprietdikkopje, argusvlinder en greppelsprinkhaan.