De Goilberdingerwaard is gelegen langs de Lek in de gemeente Culemborg, tussen Fort Everdingen en Werk aan 't Spoel.
Beide bouwwerken maken deel uit van de Hollandse Waterlinie.
Ongeveer gelijktijdig met de Steenwaard is hier een natuurontwikkelingsproject uitgevoerd.
Een oude strang is opnieuw uitgegraven en van 'zaagtanden' voorzien.
In de Goilberdingerwaard is getracht om de cultuurhistorie van Fort Everdingen en de Nieuwe Hollandse Waterlinie tot uiting te brengen. De restanten van de WO II bunkers zijn goed te zien.
Een voormalige loopgraaf loopt herkenbaar in het landschap haaks op de dijk richting de eik die op zijn kop staat.
Het terrein is te bereiken via ingangen bij Werk aan 't Spoel (2x) en naast de oorspronkelijke inundatiesluis bij Fort Everdingen.
Honden zijn niet toegestaan.
Het visdiefje broedt jaarlijks op een van de bunkerdaken in de waterpartij.
Ook brandganzen, Canadese ganzen en eendensoorten brengen er hun jongen er op groot.
Jaarlijks wordt de zomertaling gezien; broeden wordt slechts zelden vastgesteld.
Naast de gebruikelijke plantensoorten van de uiterwaarden, vallen hier in de zomer de vele kattenstaarten op die hele stukken paars kleuren.
Op de kribben groeien o.a. grote engelwortel met zijn geelgroene bloemschermen, bitterzoet en tandzaad. De grote Engelwortel komt in Nederland alleen in het westelijke rivierengebied voor en bereikt in onze gemeente ongeveer zijn oostgrens.
Qua libellen komen de oeverlibel, grote en kleine roodoogjuffer, lantaarntje en de grote keizerlibel talrijk voor.
Ook de glassnijder valt hier jaarlijks te bewonderen.
In de fortgrachten komt o.a. de vroege glazenmaker voor.
Ook de bruine korenbout is hier gezien.
Het icarusblauwtje is een algemeen voorkomende dagvlinder op het zandige hoge deel te westen van de waterpartij.
Ook het bruin blauwtje en de kleine vuurvlinder worden er regelmatig gezien.
Op de vele klissen komen vaak trekvlinders af zoals distelvlinders, atalanta's en de gele en oranje luzernevlinder.
De basterdzandloopkever komt voor op de zandige, deels afgegraven, zomerdijk.
In het ondiepe, snel opwarmende water van de natuurontwikkelingsplas komen veel vetjes voor. Het vetje is een tot 6 cm groot visje die zijn eitjes afzet op waterplantenstengels. Het mannetje verzorgt en beschermt de eitjes. In de fortgracht van Fort Everdingen komen veel bittervoorns voor. De bittervoorn legt zijn eitjes in een grote zoetwaterschelpen zoals de zwanemossel. Ongeveer drie weken later komen de jonge visjes dan tevoorschijn. De moeilijkste levensfase hebben ze veilig in de schelp doorgebracht.